Petit drapeau blanc
Rit 09 – 15 aug 2017: Het heeft vannacht flink geregend. Volgens de weersvoorspellingen wordt het vandaag een bewolkte dag. Heel eerlijk gezegd ben ik daar wel blij mee. Vandaag staan de Tourmalet en de col d’Aspin op het programma. De top van de Tourmalet ligt op 2115 meter hoogte en staat op nummer 2 in de indexlijst van cols en côtes, vlak achter de nummer 1: Mont Ventoux.
Rond half 8 laten we St Savin achter ons en fietsen richting Luz-St-Sauveur. Ondanks dat het vandaag Maria Hemelvaart is, een nationale feestdag in Frankrijk, heeft de bakker gelukkig voor ons wel brood gebakken. We rijden langs een snelstromende rivier met hier en daar nog wat kleine watervallen en klimmen gaandeweg naar een hoogte van 700 meter. Dan komen we het eerste bord van de col du Tourmalet tegen. Een beklimming van 18 km lang, naar een hoogte van 2115 meter. Het blijkt een populaire beklimming onder de wielrenners te zijn. Ook de Nederlanders zijn goed vertegenwoordigd. En voor de derde opeenvolgende dag komen we de deelnemers van de Haute Route tegen.
De beklimming is een lekker lopende, gelijkmatige beklimming. Op een hoogte van 1500 meter besluiten we vanuit ligstoelen bij een tentje langs de weg crèpes te eten en wat te drinken. In de lucht zien we grote roofvogels die langs de bergwand zweven. Het blijken condors te zijn volgens de eigenaar van het eettentje. Supervet!!! Na de stop hebben we nog ruim 600 hoogtemeters te overbruggen. Die trappen we soepel weg. De laatste kilometer is nog even aanpoten met 10,5%, maar dan is het colbord daar. Wat een prestatie vooral van mr. M. met zijn fietskar.
We drinken nog koffie met een stuk gâteau Basque, een soort taart van amandeldeeg met crèmevulling er tussenin voordat we aan de afdaling beginnen. Plotseling staat de motorrijder van de Haute Route voor onze neus, die gisteren heeft geregeld dat de fietskar de laatste 2km van de col de Marie Blanque naar boven is gebracht. Het vlaggetje van de kar ligt nog in de ‘bezemwagen’ en die komt zo naar boven. Een kwartiertje later is de fietskar weer compleet met vlag en al. Ongelofelijk die Fransen! Le petit drapeau est retourné.
Daarna begint een heerlijke afdaling door mooi groen berglandschap. Op een hoogte van 900 meter moeten de beenspieren er echter weer aan geloven en gaan we op weg naar de 1489 meter hoge col d’Aspin. Het lijkt een beetje vergane glorie in het gebied waar we doorheen rijden. Om 5 uur staan we op de top en zetten de afdaling in richting Arreau, een sfeervol oud stadje aan het water. Bij de afdaling wel even rekening houden met de koeien op de weg … en dan bedoelen we niet de Franse automobilisten … die lopen in vele gebieden, net als de schapen, vrij rond en kunnen zich dus ook op de weg begeven. Dat ze aan het verkeer gewend zijn is wel duidelijk. Ze gaan geen meter aan de kant.
Hahahahaha dus de Franse bakkers zijn ook best aardig? ……… Goed bezig!
Geen bergen te hoog!
Indrukwekkend verhaal en als lezer nemen jullie me helemaal mee.